|
Stichting Menno van CoehoornDe Stichting Menno van Coehoorn is een landelijke vrijwilligersorganisatie die sinds 1932 ijvert voor het behoud van historische verdedigingswerken zoals stadspoorten en wallen, vestingen, forten, kazematten, stellingen en linies. Website: www.coehoorn.nl
Menno van Coehoorn (1641-1704) was een van de meest veelzijdige militairen uit de Nederlandse geschiedenis. Hij is vooral bekend geworden als vestingbouwkundige. Hij ontwierp tal van vestingwerken onder andere voor de stad Grave. Het 17de-eeuwse kroonwerk diende ter verdediging van het rivierfront van de vesting Grave. Het unieke van dit verdedigingswerk is dat een deel ervan aan de overkant van de Maas ligt In Nederasselt. De contouren van het kroonwerk zijn door SBB zichtbaar gemaakt in het landschap door meidoornhagen die de lijnen van het kroonwerk volgen.
Voor verdere info:
Lees ook het artikel over Het Kroonwerk Menno van Coehoorn Het Kroonwerk Menno van CoehoornHet lunet Verloren Cost bij Nederasselt, 1586Rond 1586 legden de Spanjaarden tegenover het rivierfront van de vesting Grave in de Nederasseltse uiterwaarden het lunet Verloren Cost, een klein verdedigingswerk met twee flanken, aan. Na de verovering van Grave in 1602 verving het Staatse leger het lunet door een hoornwerk. Een hoornwerk is een buitenwerk van een vesting bestaande uit twee halve bastions met daartussen een courtine, een vestingwal. Het kroonwerk Menno van Coehoorn bij Nederasselt, 1699-1701Bijna honderd jaar later tussen 1699 en 1701 werd het hoornwerk vervangen door een kroonwerk naar een ontwerp van Menno van Coehoorn om de stad Grave beter te kunnen verdedigen aan de rivierzijde. Een kroonwerk is aanzienlijk groter dan een hoornwerk en bestaat uit aaneengesloten gebastioneerde fronten en lange naar elkaar toelopende flanken, die veelal aansluiten opde vestinggracht, in dit geval de Maas. Het kroonwerk kreeg van Menno van Coehoorn drie gereveteerde bastions met oreillons en hoge en lage flanken. De courtines werden gedekt door papenmutsen. Rondom het kroonwerk legde hij een gracht aan met aan de westzijde een valbrug en een wachthuis. Op het binnenplein van het het kroonwerk kwamen provoost-, wacht- en kruitmagazijnen. Een schipbrug over de Maas verbond het kroonwerk met de vestingwerken van Grave. Het kroonwerk werd in 1701 een onderdeel van de Zuidelijke verdedigingslinie van de Republiek langs de Maas. De Kringenwet uit 1853De Kringenwet uit 1853 bepaalde dat er op schootsafstand van een militair object niet gebouwd mocht worden. De dijk vanaf de brug van Grave naar de brug van Heumen blijft daarom ter hoogte van het kroonwerk nog steeds op eerbiedwaardige afstand van het kroonwerk en tussen de dijk en het kroonwerk staat tot op heden geen bebouwing. Het kroonwerk werd daarna meerdere malen aangepast. Zo kwam er een bomvrije kazerne voor de manschappen. De houten brug over de gracht werd vervangen door een beweegbare brug. Poternes werden aangelegd en buskruitmagazijnen gebouwd. Ontmanteling van het Kroonwerk, 1874In 1874 werd tengevolge van de Vestingwet van 1874 de status van Grave als vestingstad opgeheven en verloor het kroonwerk zijn functie, maar bleef het ongeschonden in de uiterwaarden bij Nederasselt liggen. Kanalisatie van de Maas, 1918-1929Door de kanalisatie van de Maas tussen 1918 en 1929 heeft het voormalige kroonwerk veel schade opgelopen. In 1972 werd 1/7de deel van het kroonwerk verwijderd om meer ruimte te scheppen voor de toe- en afvaart van de sluis. Restanten van het kroonwerkEr is meer bewaard gebleven van het kroonwerk dan een eerste aanblik zou doen vermoeden. Van het overgebleven 6/7de deel van het kroonwerk met zijn drie bastions zitten nog veel muurresten onder het maaiveld. De tenaille, de stervormige buitenrand van het kroonwerk, is herkenbaar gebleven door de aanleg in 1972 van Maasheggen op die plaats. Enkele grensstenen op de binnen- en buitenhoeken van deze tenaille liggen nog op de originele plaats en kunnen dienen als baken voor landmeetkundige plaatsbepaling van de muurresten. De glooiende hellingen aan de noordzijde van de tenaille, restanten van de oorspronkelijke hellingen, zijn in het terrein nog vaag zichtbaar. Op warmtebeeldfoto’s, gemaakt vanuit satellieten, zijn de contouren van het kroonwerk met de drie bastions nog goed zichtbaar. Het is de bedoeling om op korte termijn een proefboring te laten verrichten om te zien of de restanten van het kroonwerk weer zichtbaar gemaakt kunnen worden voor het publiek. Jan Willemsen |